
Nederlandse economie staat in bloei
Conjunctuurbeeld
- Eerste voortekenen voor economische groei dit jaar gunstig
- Ouderen komen nog steeds lastiger aan een baan dan jongeren
- De overheidsfinanciën verbeteren verder
Lente voor de economie

Het gaat goed met de Nederlandse economie. Het CBS stelde in zijn tweede raming de volumegroei van het bruto binnenlands product (bbp) in het vierde kwartaal van 2016 naar boven bij: van 0,5 procent naar 0,6 procent. Voor dit jaar verwachten wij een groei van 2,3 procent (tabel 1).
Daarmee is onze raming vergelijkbaar met die van andere economische instituten (tabel 2). Voor 2017 verwachten vrijwel alle economische bureaus een groei van ruim 2 procent. In 2018 valt de economische groei wat terug, door lagere groei van de consumptie. Tegelijkertijd blijft deze voor Nederlandse begrippen hoog. De verschillende bureaus gaan uit van een groei van tussen de 1,7 procent en 2 procent.

Kijkend naar de verschillende bestedingscomponenten verwachten wij dat de particuliere consumptie dit kwartaal en de rest van het jaar een belangrijke aanjager van de groei blijft. De eerste cijfers zijn veelbelovend. De particuliere consumptie groeide in januari met een solide 0,3 procent maand-op-maand.
‘Zachte’ vertrouwensindicatoren laten zien dat de economische groei doorzet. Zowel het consumenten- als het producentenvertrouwen klommen in maart naar hun hoogste punt in respectievelijk tien en negen jaar (figuur 1 en figuur 2). Nader bekeken vallen een paar zaken op. De koopbereidheid van consumenten nam twee maanden achtereen toe, wat een positief vooruitzicht biedt voor de consumptie van duurzame goederen zoals meubels en witgoed. Producenten waren het meest optimistisch over hun orderpositie en het minst positief over hun voorraad, wat aangeeft dat zij meer moeten produceren om de vraag bij te benen.
Er bestaat nog wel een aantal neerwaartse risico’s. Zo kan de Brexit een behoorlijke invloed hebben, gegeven de verbondenheid van de Nederlandse economie met de Britse economie (exporten naar het Verenigd Koninkrijk beslaan 2,3 procent van het Nederlandse bbp).


Tweedeling op de arbeidsmarkt?

Bron: CBS
De Nederlandse arbeidsmarkt draait op volle toeren. De werkloosheid bedroeg in februari 5,3 procent en nadert daarmee de door ons geschatte evenwichtswerkloosheid van 4,5 procent. Tegelijkertijd is er nog steeds een duidelijke tweedeling tussen jong en oud. Oudere werklozen vinden veel minder snel een nieuwe baan dan jongere werklozen (figuur 3). Langdurige werkloosheid is vanwege hysterese-effecten schadelijk voor de economische groei op de lange termijn. Langdurig werklozen verliezen bijvoorbeeld een deel van hun werkvaardigheden, wat tot een lagere productiviteit kan leiden als zij een nieuwe baan vinden.
Overheidsfinanciën op positief pad
Ook voor de overheidsfinanciën is de lente aangebroken. De overheidsbegroting liet in 2016 een overschot zien van 0,4 procent van het bbp (figuur 4) en de staatsschuld bedroeg 62,3 procent van het bbp. Wij verwachten dat de overheidsfinanciën verder zullen verbeteren, en dat het overschot op de begroting zal toenemen naar 0,5 procent dit jaar en naar 0,6 procent in 2018.

De snelle verbetering van de overheidsfinanciën (het tekort bedroeg nog meer dan 5 procent in 2010) komt zowel door een afname van de uitgaven aan werkloosheidsuitkeringen als door een toename van de inkomsten uit de vennootschapsbelasting. Nu Nederland al drie jaar onafgebroken economische groei kent, lijden bedrijven steeds minder verliezen die zij van hun te betalen belastingen kunnen aftrekken.