
Waarom het fenomeen Trump niet zomaar zal verdwijnen
Themabericht
- De Amerikaanse presidentsverkiezingen dit jaar hebben anti-establishmentkandidaat Donald Trump voortgebracht, die het inmiddels heeft geschopt tot de top 10 grootste risico’s volgens de Economist Intelligence Unit
- Uit onze analyse blijkt dat een stagnerend mediaan inkomen en een dalende werkgelegenheid in de industriesector nauw samenhangen met Trumps succes in de voorverkiezingen
- Op korte termijn zullen de lonen niet snel stijgen door de nog relatief zwakke arbeidsmarkt terwijl de banen in de maakindustrie niet zomaar zullen terugkeren
- Dit suggereert dat het fenomeen Trump niet snel zal verdwijnen, ook als Trump zelf de presidentsverkiezingen niet wint
Amerika maakt zich op voor de presidentsverkiezingen van 2016. Op dit moment zijn de voorverkiezingen aan de gang waarin de twee partijen hun presidentskandidaat nomineren. Zowel bij de Democratische als bij de Republikeinse voorverkiezingen zijn er extremere kandidaten dan in de afgelopen jaren. Senator Sanders heeft zichzelf tot economisch socialist verklaard en spreekt over een economie in handen van de rijken en machtigen. Donald Trump heeft verklaard immigratie een halt toe te roepen door een muur te bouwen langs de Mexicaanse grens, waarvoor hij Mexico zelf wil laten betalen. Beide kandidaten schoppen zozeer tegen het establishment (elite) dat dit het toverwoord van deze campagne is geworden. Hun boodschap toont een zekere gelijkenis met de populistische boodschap waar we de laatste jaren in Europa aan gewend zijn geraakt.
Dit Themabericht richt zich op Donald Trump omdat hij op dit moment de meest waarschijnlijke kandidaat is voor de Republikeinse nominatie. Zijn extreme visies en voorstellen in combinatie met zijn tot dusverre beter dan verwachte resultaten hebben hem een zesde plaats opgeleverd in de risico top tien van de Economist Intelligence Unit. Er zijn veel theorieën die zijn groeiende succes tijdens de voorverkiezingen[1] moeten verklaren. In plaats van de gebruikelijke campagneverhalen verklaart dit artikel Trumps succes vanuit een economisch perspectief. Daartoe analyseren we in welke mate de economische omstandigheden van invloed zijn op de voorkeur van de kiezers voor zijn meer radicale (en populistische) boodschap.
De economie achter populisme
Onze hypothese luidt dat de verslechterende economische omstandigheden sinds 2007 de onvrede onder de kiezers hebben aangewakkerd. De anti-establishment campagneboodschap van Trump helpt hem om deze onvrede in proteststemmen te kanaliseren. De economische implicatie van deze visie is dat het establishment Trump zou moeten kunnen pareren door de economische omstandigheden voor een brede laag van de bevolking te verbeteren. Om een beeld te krijgen van de toestand van de economie kijken we naar vier indicatoren die het ongenoegen van de kiezers kunnen verklaren:
- (Reëel) mediaan inkomen
- Werkloosheid
- Werkgelegenheid industriesector
- Huizenprijzen
Het mediane inkomen is een goede indicator voor hoe de middenklasse ervoor staat. Dit kan namelijk afwijken van het gemiddelde inkomen, bijvoorbeeld als de ongelijkheid toeneemt. De werkloosheid laat zien welk deel van de werkende bevolking buiten het economische systeem valt. Outsourcing van werk in de maakindustrie naar het buitenland treft veelal (lager opgeleide) werknemers die moeilijk zijn om te scholen naar een ander, veelal dienstverlenend, beroep. Een daling van de werkgelegenheid in de maakindustrie kan daarom de ontevredenheid van deze groep versterken. Daarnaast beschouwen we de huizenprijzen als indicatie voor het financiële vermogen van huishoudens; meer dan de helft van de bevolking woont namelijk in een koophuis (U.S. Department of Commerce, 2016).
Het macrobeeld...

Het economische herstel duurt nu al zeven jaar, en we zien dat de landelijke werkloosheid en de huizenprijzen zich in Amerika als geheel hebben hersteld tot het niveau van voor de crisis (figuur 2). De huizenprijzen zijn zelfs nog boven het hoogtepunt van voor de crisis uitgestegen.
De werkgelegenheid in de industriesector is daarentegen achtergebleven bij het niveau van voor 2007 en laat de afgelopen vijftien jaar vooral een verdere daling zien. Het modale inkomen stagneert al jaren, zowel sinds de crisis als in de jaren daarvoor. Deze macrotrends verhullen regionale verschillen. Hieronder zullen wij met deze regionale verschillen het succes van Trump verklaren.
... versus het regionale beeld
In figuur 3 tot en met 6 worden de uitslagen van de voorverkiezingen tot 26 maart per staat afgezet tegen de eerder genoemde economische indicatoren (zie de annex voor onderliggende data). Op het eerste gezicht, zonder te controleren of relaties statistisch significant zijn, valt op dat de samenhang tussen de meeste variabelen en Trumps deel van de stemmen overeenkomt met onze hypothese. Hoe groter de daling van het modale inkomen tussen 2007 en 2014 in een bepaalde staat, des te sterker de steun voor Trump tijdens de voorverkiezingen (figuur 3). Een grotere daling van werkgelegenheid in de industriesector lijkt eveneens verband te houden met Trumps deel van de stemmen[2] (figuur 4) en ook de grotere daling in de huizenprijzen lijkt tot grotere steun voor Trump te leiden (figuur 5). Het succes van Trump lijkt geen sterk verband te hebben met de werkloosheidsontwikkeling sinds de crisis (figuur 6). Om na te gaan hoe deze variabelen gezamenlijk Trumps aandeel van de stemmen in een staat hebben beïnvloed, voeren we hieronder een regressieanalyse uit.




Als we bovenstaande figuren omzetten in een simpel lineair model, zien we dat de verandering van huizenprijzen en werkloosheid van gering belang zijn (tabel 1). Als we deze variabelen weglaten uit ons model levert dat regressie 2 op. Uit de schatting van dit model blijkt dat een toename van het mediane inkomen met 1 procentpunt en een stijging van de werkgelegenheid in de industriesector beide resulteren in een daling van het aantal stemmen voor Trump met -1,6 procentpunt. Beide variabelen zijn statistisch zeer significant en wat misschien nog meer opvalt: ze verklaren ongeveer 89% van de verschillen tussen de staten in het aandeel van de stemmen voor Trump tijdens de voorverkiezingen.

Waarom het fenomeen Trump niet zomaar zal verdwijnen
Bovenstaande uitkomsten laten zien dat het succes bij de Republikeinse voorverkiezingen van een anti-establishmentkandidaat als Donald Trump voor een groot deel kan worden verklaard aan de hand van de economische situatie in de VS. Met figuur 1 in ons achterhoofd zien we in de afgelopen vijftien jaar nagenoeg aanhoudend dalende werkgelegenheid in de industriesector en stagnerende modale inkomens. Als we deze trends analyseren, kunnen we slechts concluderen dat het fenomeen Trump -brede electorale steun tegen de gevestigde orde en/of voor populistische politici- niet zomaar zal verdwijnen, ook niet als het Donald Trump niet lukt om president te worden.

Op de korte termijn zullen de mediane inkomens gelijk blijven nu slapte op de arbeidsmarkt (figuur 7) de loonontwikkeling drukt (Aaronson en Jordan, 2014). De dalende trend in de werkgelegenheid in de maakindustrie kan gedeeltelijk worden toegeschreven aan de Amerikaanse handelspolitiek ten aanzien van China (en waarschijnlijk ook andere landen). Pierce en Schott (2012) hebben een verband gevonden tussen het feit dat Amerika zich heeft opengesteld voor de export uit China en de scherpe daling in de werkgelegenheid in de industriesector. Hoewel Trump er misschien in is geslaagd te profiteren van het anti-Chinasentiment, is er geen beleid dat de banen in de maakindustrie die in de afgelopen decennia zijn verdwenen, weer snel zal terugbrengen. Het lijkt erop dat degene die Obama volgend jaar opvolgt als 45ste president van de Verenigde Staten, het probleem van het stagnerende mediane inkomen (figuur 8) en de gedaalde werkgelegenheid in de maakindustrie (figuur 9) zal moeten aanpakken om de voedingsbodem van (populistische) anti-establishmentsentimenten weg te nemen.

Voetnoten
[1] De uitslag van de Republikeinse voorverkiezing van Wisconsin is niet meegenomen omdat dit artikel is afgerond voor de voorverkiezing. De uitslag van deze voorverkiezing veranderd echter niets aan onze analyse daar onze ‘out-of-sample’ voorspelling liet zien dat Trump waarschijnlijk zou verliezen (zie Tabel I van de annex).
[2] We hebben het district Columbia (DC) uitgesloten van de correlatie. Daar was sprake van een enorme terugloop van de werkgelegenheid in de overigens bescheiden industriële sector. Als we dit mee zouden nemen, zou het de correlatie vertekenen.
Literatuur
Aaronson, D., & Jordan, A. (2014). Understanding the relationship between real wage growth and labor market conditions. Chicago Fed Letter, (Oct).
Pierce, Justin R., and Peter K. Schott. The surprisingly swift decline of US manufacturing employment. No. w18655. National Bureau of Economic Research, 2012.
Amerikaanse Ministerie van Economische Zaken (2016). U.S. Census Bureau News.
Annex

