RaboResearch - Economisch Onderzoek

Kunstmatige intelligentie of kunst?

Column

Delen:

Op YouTube circuleert een video waarin drie robots de hardrock-klassieker Ace Of Spades van Motörhead spelen. Het zijn een basrobot, een drumrobot en een gitaarrobot. Het trio heeft geen zanger, maar instrumentaal staat het nummer op het eerste gehoor als een huis: elke noot is perfect gespeeld, de samenwerking tussen de drie robotmuzikanten is vlekkeloos en het ziet er ook nog eens koddig uit, met van die headbangende metalen hoofdjes. Maar als je goed luistert, is het muzikale resultaat ronduit bedroevend. Er zit geen ziel in de muziek, geen echte groove en niet de gejaagdheid en wilde energie die het origineel zo kenmerken. Deze gejaagdheid heeft alles te maken met de af en toe flink voor in de tel spelende originele drummer die het niet zo nauw nam met ritmische strakheid, maar meer ging voor de energie. En die energie en gejaagdheid gaven het nummer nou net zijn charme. Dit robottrio is een leuke gimmick natuurlijk, maar met echte rockmuziek heeft het niets van doen.

Nu is het natuurlijk denkbaar dat dit soort technologische tekortkomingen in de toekomst tot het verleden behoren en machines steeds menselijker worden. De belofte van kunstmatige intelligentie is vooralsnog niet te bevatten. In het denken over de toekomst bestaan in dit opzicht grofweg twee scholen: zij die er vanuit gaan dat door verregaande robotisering een groot deel van de huidige banen zal verdwijnen en massawerkloosheid zal ontstaan – met alle mogelijke maatschappij-ontwrichtende gevolgen van dien, en zij die menen dat technologische ontwikkelingen nog nooit tot langdurige structurele werkloosheid hebben geleid en dat dat nu niet anders zal zijn. Denk aan de uitvinding van de stoommachine of internet. De mensen die denken dat alles nu anders is, sneller gaat, lijden in de optiek van deze tweede school aan chronocentrisme. Wie heeft er gelijk? Reden voor ons om eens uitgebreid onderzoek te doen naar de gevolgen van ICT-investeringen en industriële robotisering voor onze arbeidsmarkt.

En wat blijkt? Extra ICT-investeringen zorgen tot 2020 juist per saldo voor 120 duizend extra banen in ons land. Daarbij weten sectoren waarin lager opgeleiden en die waarin hoger opgeleiden het sterkst zijn vertegenwoordigd, het meest te profiteren van de technologische ontwikkelingen. In het middensegment verdwijnen er wel degelijk banen omdat hier veel functies gevoelig zijn voor automatisering, maar ook daar komen er weer andere, nieuwe banen voor terug. Van massale werkloosheid door technologie is dus de komende jaren nog geen sprake. Maar niemand kan uiteraard ver in de toekomst kijken.

Laat ik toch even op de lijn gaan zitten van de wetenschappers die denken dat robots straks de meeste banen kunnen vervullen en de mens als arbeidskracht overbodig maken. Inmiddels is ook de eerste roman geschreven door een robot, evenals de eerste dichtbundel. Naar verluidt is het voor de lezer niet te zien dat het om kunstmatige intelligentie gaat en niet om kunst. Maar wil je een boek lezen van iemand die niet bestaat uit vlees en bloed? Misschien als je niet beter weet en blind kunt testen, maar anders zou ik er mijn tijd niet aan willen verdoen. Als ik een boek lees, doe ik dat omdat ik geniet van de gedachtenwereld van de schrijver. Ik weet niet of ik van de gedachtenwereld van een robot zou kunnen genieten. En zo gaat dit voor heel veel beroepsgroepen op, niet alleen voor kunstenaars. De vraag is of we als maatschappij wel gebruik wíllen maken van al die robotdiensten. Willen we onze haren laten knippen door een kappersrobot? Wat blijft er dan over van de koetjes en kalfjes die doorgaans voor de spiegel worden besproken? De voetbaltrainers van mijn zoontje zijn niet te vervangen door kunstmatige intelligentie. En mijn psycholoog is liever ook geen robot, maar een mevrouw of meneer. En zo kan ik nog uren doorgaan.

Persoonlijke aandacht en emoties zijn in veel banen onmisbaar. We zullen daarom altijd, al dan niet complementair aan onze kunstmatige collega, werk blijven houden. Dat een robot mijn vuilnis komt ophalen, vind ik prima. Dat ik niet meer zelf met de stofzuiger door het huis hoef, vind ik ook fijn. Maar die sportmassage wil ik graag door menselijke handen laten verrichten, ook al zijn die nog zo goed nagebootst. En zolang ze geen ziel hebben, wil ik ook geen platen kopen of concerten bezoeken van robots. Gelukkig is de kunstmatige ziel voorlopig nog niet eens toekomstmuziek. Behalve dan in slechte sciencefiction.

Delen:
Auteur(s)
Enrico Versteegh
RaboResearch Nederland, Economie en Duurzaamheid Rabobank KEO

naar boven