
Warme winterdagwens
Column
Verschenen op Reformatorisch Dagblad, 20 december 2014
Op een zeer warme winterdag, in de week dat de olieprijs onverklaarbaar hard blijft dalen en er een moeizaam klimaatcompromis in Lima is gesloten, kan ik niet anders dan mijmeren over energie, klimaat, vooruitgang en economische groei. En dan kom ik er toch op uit dat meteorologen het weer weliswaar lang niet altijd kunnen voorspellen maar toch een wat meer eensluidende en duidelijkere boodschap hebben voor de gemiddelde leek dan economen.
Te beginnen bij de korte termijn. Economische groei volgend jaar en het weer voor de komende dagen. De economische groei laat zich zeer lastig voorspellen. En nu de meeste instanties een opvallend eensluidende visie hebben op de BBP-ontwikkeling volgend jaar met naar verwachting 1 tot 1,5% groei, weet ik één ding nagenoeg zeker: die gaat niet uitkomen. Gezien de grote onzekerheid lijkt zo’n klein verschil in voorspellingen meer op groepsdenken dan iets anders.
Vergelijk dat eens met meteorologen. Weersvoorspellingen hebben een kortere horizon. Voor de periode na de kerst worden lagere temperaturen voorspeld dan op dit moment. De onzekerheidsmarge die daarbij wordt gegeven, is groot: iets tussen de 2 en de 8 graden. U denkt wellicht: dan weet ik nóg niet zoveel. Vergeet u daarbij niet dat de onzekerheidsmarge bij ramingen voor economische groei nog veel groter is. Dus die consensus van 1-1,5% groei in Nederland volgend jaar is waarschijnlijker een groeivoorspelling van iets tussen de -1% en +4%.
En dan heb ik het nog niet eens over de invloed van het weer op de economische groei. Om een beeld te krijgen van de economische ontwikkeling in een kwartaal kijkt een collega van me regelmatig naar het aantal zogenoemde ‘graaddagen’. Dit zijn dagen waarop de gemiddelde temperatuur in een etmaal lager is dan de stookgrens (meestal aangehouden als 18 graden). Een afwijking ten opzichte van een gemiddelde, dus bijvoorbeeld een extra koude winter, leidt dan tot meer energieverbruik. En meer energieverbruik draagt bij aan de economische groei. Dit is echter niet het enige. Een koude winter kan bijvoorbeeld wel leiden tot meer energieverbruik, maar tegelijkertijd ook tot bijvoorbeeld minder bouwactiviteit omdat de bouwactiviteiten door vorstverlet stil liggen. Naast graaddagen bestaan er overigens ook nog koeldagen: dagen waarop de gemiddelde temperatuur hoger uitkomt dan 18 graden, waardoor de airco’s hard moeten draaien. Kortom, de relatie tussen het moeilijk voorspelbare weer en de nog moeilijker te voorspellen economische groei maakt het niet gemakkelijker hier chocola van te maken.
Wat mij betreft vormt de korte termijn niet de meest interessante puzzel. De langetermijnrelatie tussen de economie en het weer is veel boeiender. Op de lange termijn vallen zinnige dingen te zeggen over het klimaat. Zo is er inmiddels consensus over de klimaatverandering met een steeds hogere temperatuur en vaker extreem weer. Een oplossing om dit echt af te remmen, laat staan tegen te gaan, is er ook op de klimaattop in Lima niet gekomen. Een van de belangrijkste redenen waarom dit alsmaar niet lukt, ligt, u raadt het al, in de economische groei. Blijkbaar slagen wij er als economen niet in om duidelijk te maken wat daarbij de goede economische afweging is. Minder economische groei door minder energieconsumptie is goed voor het klimaat en ook voor de houdbaarheid van ons economische systeem. Investeren in milieuvriendelijkere innovatie levert wellicht op korte termijn niet zo veel op, maar is op langere termijn waarschijnlijk wel beter voor het economische systeem. Maar nee, het enige waarover het gaat, zijn de beperkingen die milieumaatregelen ‘ons’ bedrijfsleven oplegt en hoeveel banen en economische groei dat wel niet kost. Die kortetermijnfixatie op een verkeerd begrip van vooruitgang verhindert een antwoord op belangrijke vragen voor onze toekomst. En daarbij vergeten we dat dit steeds warmere weer in Nederland nu al leidt tot minder economische groei. Daarvoor hadden we de graaddagen, weet u nog?
Ik wens voor volgend jaar dat de fixatie van beleidsmakers en economen, ook zij die zich bezighouden met het kijken in glazen bollen, wat minder wordt gericht op het beperkte begrip van economische groei. Die fixatie weerhoudt beleidsmakers ervan om de gemiddeld genomen accuratere voorspellingen van meteorologen echt serieus te nemen. Ik wens u een groene en gezellige kerst toe en een goed nieuwjaar!